Berichten gepubliceerd in september, 2011

0 reacties

Video zesde dag

0 reacties

Video vierde dag

0 reacties

Video derde dag

TEKST van HANS WALGENBACH
bij de opening

Dames en heren,

 

Als je vanuit Strijen naar Schenkeldijk fietst, zie je haar schoorsteen al in de verte staan.

Dichterbij wordt het merkwaardig gebouw dat aan de toren vastzit herkenbaar.

Het lijkt op een fabriekje met een soort van middenbeuk waar mysterieuze kubusvormige ruimte van gewapend beton omheen liggen.

Prachtig dacht ik, toen ik voor het eerst dit mysterieuze bouwsel daar vrij in de polder zag liggen.

Schitterend, denk ik elke keer weer als ik er langs fiets…..wat zou het geweest zijn?

 

In 2008 kwam ik op een kunstenaarsboekenfair in Rotterdam een boekje tegen met als titel Ruïnes in Nederland.

Het was samengesteld door Lara Almarcequi, een Spaanse kunstenaares die in Rotterdam werkt en woont en gefascineerd is door braakliggende stedelijke terreinen die in verval zijn geraakt en , de titel van het boekje zegt het al, door ruïnes. Ze verzamelt als het ware ruïnes.

In het boekje was een groot aantal Nederlandse ruïnes bijeengebracht.

Ook mijn geliefde fabriekje aan de Kooilandsedijk 39 te Strijen wordt uitgebreid vermeld.

Duidelijk werd dat dit intrigerende gebouw niet zomaar zijn mysterieuze architectonische vorm had gekregen, maar zijn bouw geheel aan zijn functie als warmwater vlasroterij ontleend.

Voor mij was dit overigens het zoveelste bewijs dat alles wat functioneel is bijna  altijd ook mooi is.

Je ziet dit ook weer terug bij dit stukje industrieel cultureel erfgoed.

De middenbeuk was voor het ketelhuis met er om heen acht opslagruimtes met waterbassin waarin het vlas 100 uur werd geroot in warmwater van 100 graden Fahrenheit (37,8 graden Celsius), vertelt Wikipedia mij hierover.

Het water moest natuurlijk gestookt worden om op temperatuur te komen. De 25 meter hoge schoorsteen van radiaalsteen, die onlangs werd gerestaureerd, getuigt hier nog van.

In het bijschrift bij de foto’s in het boekje wordt ook nog vermeld dat het fabriekje in 2000 werd verkocht aan een architect die onderzoek doet naar herbestemming.

En zo kom ik bij Mart Ros als eigenaar van deze pracht fabriek en bij Maatje van Eck, Mieke van Alphen, Dennis Happé en Niels Schoonhoven die met hun vieren de oprichters van het kunstenaarscollectief de Vlasunie vormen.

De Vlasunie is een groep Hoekse Waardse beeldende kunstenaars uit diverse disciplines.

Fotografie, vormgeving, film, architectuur, poëzie, tekenkunst en ik zal er ongetwijfeld nog wel een of twee vergeten.

Dit jaar participeren in de Vlasunie naast de vier genoemde initiatiefnemers nog Mart Ros, Janneke Verhoeven, Ingrid van Oord, Wim Bauer, Dis Groenhoff, Bas Geldhof en San Vermaas.

Deze twaalf kunstenaars werken vanaf maandag 5 tot en met zaterdag 10 september aan een gezamenlijk kunstwerk in de vlasfabriek.

Geïnspireerd door het bijzondere gebouw, zijn architectuur en zijn ruimtes.  Maar ook door de schoonheid van het vlas en de dynamiek en de betekenis die de vlasindustrie heeft gehad voor de Hoeksche Waard en zijn inwoners.

Met hun presentatie in de vlasroterij wordt het geheugen van de Hoekse Waard op een bijzondere wijze geprikkeld en misschien zelfs uitgedaagd want de vlasindustrie was in dit gebied decennia buitengewoon belangrijk.

In dorpen als ‘s Gravendeel en Rijsoord stonden tientallen bakken waarin het rootproces werd uitgevoerd en ook nu nog herinneren de vlasschuren die je regelmatig in de Hoeksche Waard tegen komt aan deze tijd.

De akkers moeten er toen geweldig uitgezien hebben met het wuivende vlas met hun prachtige blauwe bloei.

Zonder te overdrijven zou je kunnen stellen dat de vlasindustrie tot het collectieve geheugen van dit eiland behoort en een stuk geschiedenis is dat nog veel oudere Hoeksche Waarders met elkaar delen.

Het is daarom terecht dat dit fabriekje, dit erfgoed dat zo nadrukkelijk van het verleden getuigt, op de gemeentelijke monumenten lijst staat en dat het kunstenaarscollectief, de ‘Vlasunie’ anno 2011 deze vlasroterij op een bijzondere manier weer tot leven laat komen.

Dit gebeurt niet op een conventionele manier met expositie van schilderijen, tekeningen of aquarellen, maar op een wijze die bij deze tijd hoort en aansluit bij ontwikkelingen die in de beeldende kunst gaande zijn.

Kunst is al lang niet meer het alleen recht van musea of sjieke galeries, maar kunstenaars gaan ook zelf de stad en het land in met ideeën over hoe zij hun kunst willen tonen.

Een belangrijke ontwikkeling die daar mee samenhangt wordt wel community-art genoemd, waarmee bedoeld wordt dat kunstenaars in samenspraak met hun omgeving tot een kunstwerk komen.

Communicatie en participatie met bewoners, geïnteresseerden of andere betrokkenen zijn belangrijke instrumenten bij de totstandkoming van het werk.

Hier in de fabriek aan de Kooilandsedijk vindt ook een dergelijk proces plaats.

Het gezamenlijke kunstwerk ontstaat in situ, ter plekke, in de vlasfabriek als een werk in progress.

Een kunstwerk dat de komende dagen hier moet groeien onder de voortdurende spanning van twaalf verschillende kunstenaars met hun eigen ideeën en een eigen artistieke integriteit.

Om dit proces structuur te geven is gezamenlijk een concept ontwikkeld dat is geïnspireerd door het vlas , de architectonische ruimte waarin het werk moet ontstaan en het verleden van de fabriek met haar mysterieuze dynamiek.

De uitdaging is dat a.s. zaterdag een artistieke uitspraak in de fabriek is te zien die herkenbaar is, maar nog niet eerder is genoteerd. Een nieuw en nog ongekend kunstwerk van twaalf kunstenaars tot stand is gekomen dat meer is dan de som der delen.

Wat kunnen we verwachten van deze kunst die niet de oppervlakte van een vel papier of van het schilderslinnen als dwingende maat heeft, maar de ruimte van deze fabriek en de geschiedenis van het vlas in de Hoekse Waard?

Ik weet dat op dit moment natuurlijk niet, maar het mooie en interessante van het project is dat we het hele ontstaansproces kunnen volgen op internet en wat daar te zien is, belooft veel.

Zaterdag 10 september tijdens de Open monumenten dag, kunnen we het eindresultaat van de gezamenlijke inspanning bewonderen.

Het thema van die dag is dit jaar  ‘Nieuw gebruik – Oud gebouw’.

Zonder een bestemming is een gebouw ten dode opgeschreven, met een nieuwe bestemming leeft het voort las, ik in de krant die ter gelegenheid van Open monumentendag is verschenen.

Ik denk dat het kunstenaarscollectief de ‘Vlasunie’ met hun initiatief en hun presentatie hier in de vlasfabriek prachtig op inspeelt.

Het project geeft het gebouw op een eigentijdse wijze ook een nieuwe bestemming en betekenis,

die echter nauw verbonden blijft met de geschiedenis van de omgeving, de Hoeksche Waard.

 

HGW 7.9.11